Ze zijn niet te verwarren met waar u eerst aan dacht. Oh ja, ze zijn wel bruin en langwerpig. Maar ze groeien in bomen. In de volksmond worden ze dennenappels genoemd. Maar voor mij blijven het kakkewieten. Toen we zevenentwintig jaar jonger waren en met ons gezin op reis gingen, werd er wel wat gewandeld. Er was niks fijner dan die wandelingen op te leuken met een tot-hysterie-gebracht-zusje. Zij werd toen nog vooruitgeduwd in haar buggy en ik dartelde als een zot schaap rond haar. Zo nu en dan gooide ik een kakkewiet naar haar. Het arme kind, dat net aan haar zindelijkheidstraining begonnen was, schreeuwde het uit. Ze dacht immers dat ik haar met ‘stront’ bestookte... Hoe meer kakkewieten ik gooide, hoe harder ze gilde. Het absolute hoogtepunt was een huilbui. Sorry, zus. Voor het trauma dat ik je toen bezorgde. Ik kan alleen maar zeggen dat ik heel veel aan je denk en ook stiekem moet lachen telkens ik dennenbomen vol kakkewieten zie.