Nadat ik vijf maanden geleden het roer volledig omgegooid heb, weet ik het nu zeker. Ik heb de juiste beslissing genomen. Dit is wat ik altijd al heb willen doen. Schrijven, schaven, bouwen, boeken maken, me uitleven in mijn fantasie. Het maakt me gelukkig. Maar het maakt me ook onzeker en moedeloos. Toegegeven, ik heb fijne educatieve projecten waar ik aan werk. Toegegeven, ik mag blij zijn dat ik sta waar ik nu sta. Maar toch. Ergens knaagt het. Het is nooit een geheim geweest: ik wil een uitgeverij. Een uitgeverij die mijn boek publiceert. Een boek dat in de winkel te verkrijgen is. Op die uitgeverij blijft het tergend lang wachten. In bevlogen periodes denk ik er niet aan. Aan mijn manuscript dat ruim een half jaar bestoft in hun brievenbus zit. Maar wanneer het schrijven minder gaat, open ik mijn mailbox honderden keren. Ik duw opnieuw en opnieuw en opnieuw op de knop verversen. Het helpt niet. Er komt geen hoera, sorry of nee, bedankt. Geduld. Het is iets wat ik nooit had. Maar iets waarin ik me oefen. Omdat het moet. Omdat ik het zo graag wil. Een eigen boek.