Wie met de auto rijdt, ziet veel maar heeft vooral de bestemming voor ogen. Genieten van het landschap zit er voor de chauffeur niet echt in. Want je draagt verantwoordelijkheid. En die is van levensbelang. Voor jezelf, voor je inzittenden. Je laveert tussen gekke bestuurders, wijkt uit voor overstekend wild en je blijft vooral gas geven. Net als je denkt dat je alles onder controle hebt (geen eekhoorns aangereden, oude dames netjes voorrang van links gegeven), gilt er iemand vanop de achterbank keihard ‘Stooooop!’. Je vliegt vooruit, met je neus tegen de ruit.
Tien dagen geleden kwam de noodstop uit zeer onverwachte hoek. We hadden op school pedagogische studiedag. Net als in de wagen, werd de voet vol op de rem gezet. Ik werd in naam van alle collega’s aangesproken. Moest rechtstaan. In een overvolle vergaderzaal. Wat was ik uit het oog verloren? Wat had ik niet gezien? Of was ik vergeten? Niks van dat. Ik werd gedwongen om uit de wagen te stappen. En liet de zinnen op me afkomen:
Tien dagen geleden kwam de noodstop uit zeer onverwachte hoek. We hadden op school pedagogische studiedag. Net als in de wagen, werd de voet vol op de rem gezet. Ik werd in naam van alle collega’s aangesproken. Moest rechtstaan. In een overvolle vergaderzaal. Wat was ik uit het oog verloren? Wat had ik niet gezien? Of was ik vergeten? Niks van dat. Ik werd gedwongen om uit de wagen te stappen. En liet de zinnen op me afkomen:
- Dat ik met mijn schrijven op korte tijd ver stond.
- Dat ik zelf niet goed besefte hoe gek en geweldig dat wel was.
- Dat ze fier op me waren.
- En me wilden blijven steunen.
- En dat ik inspiratie moest opdoen in mijn lievelingsrestaurant.