Ik begon in de sofa. Maar na enkele uren laptopturen zaten mijn schouders geblokkeerd. Daarna wou ik onder de koepel aan de grote tafel. Lekker ruim. Heerlijk licht. Na één dag smeekten mijn polsen om een lagere tafel. Dus verhuisde ik naar de keuken. Koffie dichtbij. Een deur en buitenlucht. Het lelijke behangpapier nam ik er graag bij. Zolang ik maar schrijven kon. Dus werd de keuken mijn werkplek. Al is ze nooit echt helemaal van mezelf. Ik moet ze delen met een pruttelende waterkoker, kookboek, verdwaalde fruitvlieg of dorstige man. Ook de geur van gerechten blijft wel eens in manuscripten hangen. Niet dat het erg is. Maar het kan beter. En die beter komt eraan. In enkele maanden gaan we verhuizen! Toen we het huis voor het eerst bekeken, wist ik onmiddellijk wat mijn stek zou worden. En ja, ik moet nog even geduldig zijn, maar ik ben mijn nieuwe werkplek al aan het inrichten. In mijn hoofd, natuurlijk. Want daar wonen de beste ideeën.