‘Stop!’ Een achtjarige kerel hield me nogal dwingend tegen. Zijn linkerhand hield hij loodrecht voor zich uit. Met zijn rechterhand friemelde hij in zijn zak. Hij viste er een notitieboekje en pen uit. IJverig begon hij te noteren. ‘Ik zie dat je nu naar huis vertrekt. Om boeken te schrijven, zeker?’
Ik knikte. ‘Ja, dat klopt. Wil je graag journalist worden, misschien? Je bent goed op weg.’ Ik wees naar zijn notitieboekje en zag mezelf al uitgebreid besproken worden in de literatuurcatalogus van een grote krant. Een interview van twee bladzijden. Vijf sterren voor mijn debuut en massa’s uitgeverijen die me opbelden.
‘Nee,’ zei de jongen bijna emotieloos, ‘ik word politieagent.’
‘Oh’, was het enige wat ik ietwat teleurgesteld kon bedenken.
De artikels, geweldige boeken en het rijtje uitgeverijen zonken diep weg in het gat voor mijn voeten.
‘Ja, politieagent. En pas maar op, want ik geef je nu een boete.’
‘Oh’, zei ik alweer.
Kordaat duwde hij me een bekeuring in mijn handen. ‘Heeft u daar nog iets aan toe te voegen?’
Nog voor ik las waarvoor ik beboet werd, schudde ik mijn hoofd.
‘Dat dacht ik al.’ Hij stak zijn wapens terug in zijn broekzak en rende weg. ‘Tot volgende week, juf!’
---Boete omdat je te lang praat. Je moet nu boekjes schrijven. Nu. Over mij. Als je dit doet, moet je geen boete betalen.---
Ik knikte. ‘Ja, dat klopt. Wil je graag journalist worden, misschien? Je bent goed op weg.’ Ik wees naar zijn notitieboekje en zag mezelf al uitgebreid besproken worden in de literatuurcatalogus van een grote krant. Een interview van twee bladzijden. Vijf sterren voor mijn debuut en massa’s uitgeverijen die me opbelden.
‘Nee,’ zei de jongen bijna emotieloos, ‘ik word politieagent.’
‘Oh’, was het enige wat ik ietwat teleurgesteld kon bedenken.
De artikels, geweldige boeken en het rijtje uitgeverijen zonken diep weg in het gat voor mijn voeten.
‘Ja, politieagent. En pas maar op, want ik geef je nu een boete.’
‘Oh’, zei ik alweer.
Kordaat duwde hij me een bekeuring in mijn handen. ‘Heeft u daar nog iets aan toe te voegen?’
Nog voor ik las waarvoor ik beboet werd, schudde ik mijn hoofd.
‘Dat dacht ik al.’ Hij stak zijn wapens terug in zijn broekzak en rende weg. ‘Tot volgende week, juf!’
---Boete omdat je te lang praat. Je moet nu boekjes schrijven. Nu. Over mij. Als je dit doet, moet je geen boete betalen.---