Een bestelwagen stopt voor mijn deur. De bel gaat. Een man steekt een kartonnen pak vooruit. Natuurlijk weet ik wat erin zit. Met trillende handen neem ik mijn cadoosje in ontvangst. Wanneer ik mijn elektronische handtekening zet, denk ik. Shit. Ik kan maar beter oefenen. Zodat de krabbel die ik in mijn boeken moet plaatsen, er deftiger uitziet. Zo’n twee centimeter boven de vloer ga ik de leefruimte in. De afzender bevestigt mijn vermoeden. Mijn hart slaat een slag over. Zo voorzichtig mogelijk maak ik het pak open. Knieën knikken. Mijn eerste kind ligt in mijn handen. En ik ben er dolgelukkig mee.